Nijlen, Jan Van: Trouw
Trouw (Dutch)Ik vond u niet toen ik u zocht, en toen ’k niet meer in u geloofde, heeft uw geluk mijn huis bezocht. Ik achtte u trouw zou zijn. dat immer ik u trouw zou zijn. Ik brak mijn woord, gij gingt weer heen… Ik ben als vroeger weer alleen en drink mijn ouden, trouwen wijn.
|
Hűség (Hungarian)Keresve sem találtalak, és mikor már nem is reméltem, meglátogattad házamat. Hittem, hogy hű vagy, s megígértem, hogy hű leszek. De egy napon elmentél, mert megcsaltalak. Most magam vagyok újra csak, s hű óborom kortyolgatom.
|