This website is using cookies

We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue without changing your settings, we'll assume that you are happy to receive all cookies on this website. 

Bachmann, Ingeborg: Herfstmanoeuvre (Herbstmanöver in Dutch)

Portre of Bachmann, Ingeborg

Herbstmanöver (German)

Ich sage nicht: das war gestern. Mit wertlosem
Sommergeld in den Taschen liegen wir wieder
auf der Spreu des Hohns, im Herbstmanöver der Zeit.
Und der Fluchtweg nach Süden kommt uns nicht,
wie den Vögeln, zustatten. Vorüber, am Abend,
ziehen Fischkutter und Gondeln, und manchmal
trifft mich ein Splitter traumsatten Marmors,
wo ich verwundbar bin, durch Schönheit, im Aug.

In den Zeitungen lese ich viel von der Kälte
und ihren Folgen, von Törichten und Toten,
von Vertriebenen, Mördern und Myriaden
von Eisschollen, aber wenig, was mir behagt.
Warum auch? Vor dem Bettler, der mittags kommt,
schlag ich die Tür zu, denn es ist Frieden
und man kann sich den Anblick ersparen, aber nicht
im Regen das freudlose Sterben der Blätter.

Laßt uns eine Reise tun! Laßt uns unter Zypressen
oder auch unter Palmen oder in den Orangenhainen
zu verbilligten Preisen Sonnenuntergänge sehen,
die nicht ihresgleichen haben! Laßt uns die
unbeantworteten Briefe an das Gestern vergessen!
Die Zeit tut Wunder. Kommt sie uns aber unrecht,
mit dem Pochen der Schuld: wir sind nicht zu Hause.
Im Keller des Herzens, schlaflos, finde ich mich wieder
auf der Spreu des Hohns, im Herbstmanöver der Zeit.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://www.lyrikline.org

Herfstmanoeuvre (Dutch)

Ik zeg niet: dat was gisteren. Met waardeloos
zomergeld in de zakken liggen we weer
op het kaf van de hoon, in de herfstmanoeuvre van de tijd.
En de vluchtweg naar het zuiden komt ons niet,
als de vogels, van pas. ’s Avonds trekken
viskotters en gondels voorbij, en soms
treft mij een splinter droomdronken marmer,
waar ik kwetsbaar ben, door schoonheid, in het oog.

In de kranten lees ik veel over de kou
en haar gevolgen, over dwazen en doden,
over verdrevenen, moordenaars en myriaden
ijsschotsen, maar weinig wat me bevalt.
Waarom ook? Voor de bedelaar die ’s middags komt
sla ik de deur dicht, want het is vrede
en je kunt je de aanblik besparen, maar niet
het vreugdeloos sterven van bladeren in de regen.

Laat ons op reis gaan! Laat ons onder cipressen
of onder palmen of in de sinaasappeltuinen
tegen verlaagde prijzen zonsondergangen zien
die huns gelijke niet hebben! Laat ons de
onbeantwoorde brieven aan het gisteren vergeten!
De tijd doet wonderen. Komt hij ons echter ongelegen
met het aankloppen van de schuld: wij zijn niet thuis.
In de kelder van het hart, slapeloos, vind ik me terug
op de kaf van de hoon, in de herfstmanoeuvre van de tijd.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://www.lyrikline.org

minimap