Eijkelboom, Jan: Voor wat hoort wat

Een kind vraagt nooit

waarom, waartoe het toch

op aarde werd geworpen.

Daarom en niet omdat

het hulpeloos zou zijn

verzorgen wij het trouw,

vereren het als god.

Tot het de dood ontdekt

en een der onzen wordt.

Egy gyerek nem

kérdi, mire, miért

lett a világra hozva.

Ezért s nem azért, mert

segítségre szorul,

gondoskodunk róla,

tiszteljük mint istent.

Míg a halálra talál

s egy lesz közülünk.