Snoek, Paul: Een zwemmer is een ruiter
Een zwemmer is een ruiter (Dutch)Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water, is liefhebben met elke nog bruikbare porie, is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.
En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers, is met armen en benen aloude geheimen vertellen aan het altijd alles begrijpende water.
Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water. Want in het water adem ik water, in het water word ik een schepper die zijn schepping omhelst, en in het water kan men nooit geheel alleen zijn en toch nog eenzaam blijven.
Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.
|
Úszni… (Hungarian)Úszni - kacagó vízben mélyen aludni; pórusainkkal minden ölelhetőt megölelni, és szabadnak lenni végtelenül s diadallal.
Úszni - ujjunkkal a magányt tapogatva, karral-lábbal volt-titkokat kibeszélni a mindig mindent értő s figyelő vízben.
Igen, én vak megszállottságot érzek a vízben: vizet lélegzem s teremtő leszek a vízben, teremtő, ki teremtményét öleli, s ki a vízben soha sincs egyedül, és mégis marad ami volt: magányos.
A vízben - kicsit szent vagyok, érzem...
|