This website is using cookies

We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue without changing your settings, we'll assume that you are happy to receive all cookies on this website. 

Snoek, Paul: Memoires

Portre of Snoek, Paul

Memoires (Dutch)

Hoe is het mogelijk?
Oorspronkelijk had ik gehoopt
onopgemerkt doorheen het huis te gaan,
vermomd en overtollig als een mens
tussen de huizen en hun mensen.

En mijn verdriet te dragen alledaags
tot het doorschijnend werd
en draaglijk als daglicht.

Ik dacht dat het voldoende was
een nacht te snikken in een lang, dik bed
en eens tot op het hartsbeen door te huilen.
Maar neen.

Ik ben gewoon te wenen in de eerste persoon
en alleen.
Ik doe dus maar alsof ik glimlach
en met al mijn ledematen in mijn lichaam woon.

Hoe is het mogelijk
dat ik niet wist dat verdriet
van de liefde effent het felle reliëf
en dat het leven geen hoogtepunt is
maar een stilstand.

Toch is het jammer
dat er geen sluiktaal bestaat,
een gerie.ijke code,
waarin ik heimelijk kan schrijven
over het verschijnsel heimwee
en doen alsof ik schrijf over de maan,
ja, dikke boeken schrijf
over het zogezegde maanlicht.

Maar in werkelijkheid
over het huis dat ik bewoonde
en toch verlaten heb,
met in mijn merg de warmte
van nog zoveel toekomstig spijt.

Mijn huid wordt er wit van
en nog witter mijn huiver,
wanneer ik in heldere spiegels lees
de oude teksten over het oog.

Het porselein geworden oog.

Wanneer ik zie hoe duidelijk de sporen zijn
die mijn schaduw achterlaat in mijn verleden.
Mijn schaduw, mensen,
die van eenzaamheid
het lichaam van zijn drager
niet meer behoudt, niet meer herkent.

Een taal, zoals ik zei,
waarmee ik schrijven kan
over het hart en zijn termische traagheid.

Over de liefde
in het leegstaand huis van mijn geheugen.

Over mijn leven,
waarvan ik mij vaag de toekomst herinner.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://www.lyrikline.org

Mémoires (French)

Comment est-ce possible?
A l’origine j’avais espéré
traverser la maison inaperçu
déguisé, superflu, comme quelqu’un
qui passe entre les gens et leurs maisons.

Et porter mon chagrin banalement
jusqu’à ce qu’il soit transparent
et supportable ainsi que la lumière.

Je pensais qu’il me suffirait
de sangloter toute une nuit dans un lit long et large,
de pleurer à travers tout, jusqu’à l’os.
Mais non.

J’ai l’habitude de pleurer à la première personne
et seul.
Je fais donc semblant de sourire,
d’habiter mon corps avec tous mes membres.

Comment est-ce possible ?
Non je ne savais pas que le chagrin
nivelait le violent relief de l’amour,
que l’existence n’est pas un sommet
mais un piétinement.

Dommage tout de même
qu’il n’y ait pas de langue frauduleuse,
de code utile pour
écrire en grand secret,
pour écrir sur la nostalgie
et faire comme si je parlais de choses exquises,
comme si j’écrivais de gros livres
sur ce que l’on appelle clair de lune.

En réalité j’écris
sur la maison que j’habitais
et que j’ai fini par quitter
avec jusqu’à la moelle la chaleur
de tout le chagrin à venir.

Ma peau en devient blanche.
Plus blanc encore mon tremblement
Lorsqu’en de clairs miroirs je lis
d’antiques textes relatifs aux yeux.
Les yeux devenus porcelaine.

Lorsque je vois si nettes
dans le passé  les traces de mon ombre.
Mon ombre, bonnes gens,
à force de solitude elle
ne peut plus retenir, plus reconnaître
le corps de son porteur.

Une langue, disais-je,
dans laquelle pouvoir écrire
le cœur et sa lenteur et sa chaleur.

L’amour
dans la maison vide de ma mémoire.

Ma vie
dont quelquefois l’avenir se rappelle à moi.



Uploaded byP. T.
Source of the quotationhttp://www.lyrikline.org

minimap